Praat met uw arts over oogklachten
ZorgEen patiënt vertelde dat ze op het platte dak van haar overburen regelmatig grote draaiende raderen zag staan. Dat was gek, want die waren er eerder niet. Ze had ze ook niet gezien dat ze gebouwd werden. Toch had ze geen idee hoe lang ze er stonden; op een dag waren ze haar gewoon opgevallen.
TWENTE - Ergens wist ze wel dat het een vreemde waarneming was en ze twijfelde ook of het wel klopte wat ze zag. Niemand in haar omgeving maakte opmerkingen over die raderen en zelf durfde ze er niet goed over te beginnen, bang dat er iets mis was met haar hoofd. Haar vermoeden dat zij de enige was die die raderen zag was juist; ik zag ze ook niet. Dit verschijnsel klinkt u mogelijk vreemd in de oren, maar het komt veel meer voor bij ouderen dan u denkt. De meeste mensen praten er liever niet over.
Is het hallucinatie?
Mogelijk denkt u dat deze mevrouw last had van een ‘delier’. Mensen die delirant zijn, zien immers ook dingen die er niet zijn. Dat noemen we hallucinaties. Om precies te zijn ‘visuele hallucinaties’. Mensen kunnen ook last hebben van ‘auditieve hallucinaties’ (het horen van geluiden die er niet zijn) of ‘sensibele hallucinaties’ (het voelen van aanrakingen die niet echt zijn).
Oogprobleem
Deze mevrouw was niet ziek en had geen delier. Over een delier zal ik u een volgende keer vertellen. Nee, deze patiënte had een oogprobleem namelijk ‘maculadegeneratie’. Deze aandoening komt veel voor bij ouderen en kan zorgen voor flink gezichtsverlies. Maar ook andere oogaandoeningen zoals staar of netvliesloslatingen kunnen zorgen voor het fenomeen dat ik hierboven heb beschreven. Maar liefst 15% van alle slechtzienden krijgt hier op enig moment last van.
Hoe werkt dit?
Waar het op neer komt, is dat de ogen van mensen met (flink) afgenomen zicht zelf beelden gaan maken. Slechte ogen krijgen minder en andere signalen dan gezonde ogen en maken er vervolgens een potje van. Ze geven ‘nepbeelden’ door aan de hersenen. Mensen met deze klacht voelen meestal wel aan dat de dingen die ze zien er niet echt zijn. Maar het is toch vaak beangstigend. Ze vragen zich af of ze er iets mis is met hun hoofd of soms zelfs of ze dement beginnen te worden. Dat is het dus niet. Het is een aandoening die ook de ziekte van Charles-de-Bonnet heet.
Wat kunt u doen?
Helaas is er niet veel aan te doen. Maar begrijpen wat er aan de hand is, kan al zoveel uitmaken. Daarnaast is het een goede reden om het licht in uw omgeving zo goed mogelijk af te stellen. Bijvoorbeeld door te zorgen dat u goede lampen heeft, dat u met uw rug naar een lichtbron gaat zitten (lezen) en dat er ’s nachts (vanzelf) kleine lampjes gaan branden als u opstaat. Een ergotherapeut of een visuscentrum kan u nog meer tips geven, ook aangepast aan uw situatie. Charles-de-Bonnet is een aandoening die veel voorkomt, veel zorgen kan geven maar die gelukkig volledig onschuldig is!
Meer lezen
Meer lezen in het boek dat Ester schreef samen met 170 ouderen en 65 collega’s; ‘Vitaal ouder worden is zo gek nog niet!’
Esther Bertholet
Ouderengeneeskundige
Kijk ook op haar website: www.esterbertholet.nl