Afbeelding
Foto:

Zomer(nota)

Algemeen

Vorige week maandag- en dinsdagavond behandelde de gemeenteraad van Enschede de Zomernota. Tot ieders verbazing kwam de nota met een overschot van bijna 30 miljoen Euro, maar voor een verklaring van dit overschot kwam het college niet verder dan extra-gelden van het rijk uit het Coronabudget. 


Ik weet ook niet wat de oorzaak is van dit overschot, maar ik heb wel eens iets gehoord over vrijval van middelen; ambtenaren hebben leuke ideeën, bouwen alvast reserves op, die op een bepaalde tijd of onder bepaalde voorwaarden vrijkomen. Wat opviel maandagavond was de openlijke flirt van sommige partijen, zoals GroenLinks met de PvdA (GroenLinkser Robin Wessels tegen PvdA: “Deze stad heeft behoefte aan een linksiger bestuur. Of niet?”). De PvdA-ers reageerden niet en dat komt weer omdat de rode socialisten ook in het nieuwe college willen en ze niet weten of een vrijage met groene socialisten dit bevordert, ja of nee. Om eerlijk te zijn weten ze het wel; de meeste fracties zien in GroenLinks eerder een blok aan het been, dan een collega-bestuurder.


Nu lijkt de discussie over een nieuw college een beetje prematuur (mooi politiek woord in dit kader), maar er zijn velen al enige tijd bezig met de verkiezingen in 2022. Zo heeft de op één na grootste fractie in de raad (D66 met 5 zetels) al een heuse verkiezingsprocedure achter de rug voor de aanwijzing van de lijsttrekker in 2022, er werd campagne gevoerd en er kon online gestemd worden. Winnaar werd uiteindelijk na enige hertellingen de heer Tillema. De heer Van Dijk werd met één stem minder tweede.


Zulke verkiezingen laten diepe sporen achter bij de partij, in het bijzonder bij de kandidaten. Het eerste wat de winnaars in dit soort gevallen doen is de tegenkandidaat prijzen, in de hoop de eenheid in de partij te herstellen. Want rust wil elke politicus, zeker als hij net een interne machtsstrijd heeft gewonnen. Kijk naar het CDA, waar de ellende ook begon met een interne verkiezing.
Vele fracties/politieke partijen houden hun kaarten nog tegen de borst. Er is veel verloop in de gemeentelijke politiek en dat is niet alleen zichtbaar bij verkiezingen, ook tussentijds vallen veel kandidaten van de wagen. Nog één ding; na het reces worden de lokale politici langzaam zenuwachtiger, prikkelbaarder; verkiezingskoorts. Alle partijen vissen in dezelfde vijver. Dus doen de lijsttrekkers vreselijk hun best om zoveel mogelijk kikkers in hun eigen kruiwagen te houden en toch moeten ze zich onderscheiden van de andere partijen. Reken er maar op dat alle huidige coalitiefracties weer in het college willen; je went snel aan zo’n wethoudersalaris. Ook staan enkele oppositiepartijen in de startblokken. Uiteindelijk bepaalt de kiezer wie de onderhandelingen mag gaan voeren; immers de kandidaat die de meeste stemmen krijgt. En de kiezer? De kiezer heeft altijd gelijk.

Jan Visser

Column Jan Visser